Concerteren in de concertdivisie met twee nieuwe composities voor harmonieorkest én een arrangement voor harmonieorkest van een niet eerder gearrangeerde symfonische compositie. Drie creaties in opdracht van St. Michaël zèlf.
Ontdek | Music contest | 2025
Muzikale reis
Op zaterdag 8 november 2025 concerteert St. Michaël tijdens een concertwedstrijd in Muziekcentrum Enschede met een grensverleggende programmering.
Chef-dirigent Ivan Meylemans leidt het orkest in een gedurfde en vernieuwende programmering. Allereerst wordt de gloednieuwe Vierde Symfonie van de jonge Spaanse componist Ximo Tarín Micó ten gehore gebracht waarin de legendarische Michaël-hymne op indrukwekkende wijze is vervlochten. Het tweede concertstuk is een auditieve ontmoeting tussen de symfonische traditie en de blaaskracht van een harmonieorkest in It comes from afar van de Nederlandse componist Martijn Padding. Het concert sluit af met een meesterlijk arrangement van Richard Strauss’ muzikale verbeelding van zijn gezinsleven; de Finale uit symfonisch gedicht Symphonia Domestica. De delen verklanken een levendig bezoek aan verwantschap, de relatie van ouders met kind, familieconflict en binnenlandse vrede.
Ximo Tarín Micó
De jonge Spaanse componist en dirigent Ximo Tarín Micó is geen onbekende voor St. Michaël: als klarinettist en student directie maakte hij al vroeg deel uit van het orkest. Nu keert hij terug met een werk van symfonische allure, speciaal geschreven voor dit concours. Zijn vierde symfonie is een krachtig drieluik waarin het orkest zijn volle klankrijkdom toont. Centraal staat een variatiereeks op de verenigingshymne van St. Michaël – een muzikaal eerbetoon aan de rijke traditie van het orkest, verpakt in een modern jasje vol kleur, contrast en energie.
Symphony No. 4
De eerste contacten tussen Ximo Tarin Micó en Harmonie St. Michaël gaan terug tot 2016 toen hij aan de Fontys Academy of the Arts in Tilburg zijn masterstudie directie begon. Tijdens zijn studie in Nederland was hij als klarinettist verbonden aan Harmonie St. Michaël, waarmee hij in 2018 ook zijn masterexamen directie deed en daarbij tevens zijn eerste symfonie in première bracht. Vóór zijn komst naar Nederland studeerde hij in Spanje klarinet aan de Escola Superior de Música de Catalunya en orkestdirectie aan het conservatorium van Barcelona. In de afgelopen jaren is Ximo Tarin Micó in Spanje uitgegroeid tot een succesvol componist en dirigent.
Symfonische proporties
In 2024 gaf Harmonie St. Michaël aan de Spaanse klarinettist, dirigent en componist Ximo Tarín Micó de opdracht een concourswerk te schrijven. Over de opdracht van Harmonie St. Michaël zegt hij het volgende: “Ik zag de mogelijkheid om een nieuwe symfonie te schrijven. Die zou anders moeten zijn dan mijn vorige drie symfonieën (die meer kamermuziekachtig zijn of met vocalisten solo's). Ik wilde er grote symfonische proporties van maken, waarbij het orkest de ruimte krijgt om zich uit te drukken.”
Hymne
De vierde symfonie kent drie delen. Het eerste deel is kort en fungeert als een prelude waarin het orkest zijn kracht en sonore dimensies blootlegt. Dichte passages contrasteren met grote unisono passages die het geluid van een orgel echoën. Aansluitend volgt een expressief recitatief van de trombone. Het eerste deel gaat zonder onderbreking over in het tweede deel, waarin de componist als muzikaal basismateriaal het hoofdthema van de verenigingshymne van Harmonie St. Michaël gebruikt. Deze melodie wordt binnen de vereniging al ruim honderd jaar gezongen bij feestelijke gelegenheden. Het thema ondergaat gedurende het hele deel tien variaties. Sommige zijn heel helder en feestelijk, terwijl andere donker en zelfs licht psychedelisch zijn. Het laatste deel bestaat uit twee contrasterende gedeelten: een dramatische introductie, met een hoofdrol voor de althobo, die overgaat in een snelle energieke dans die naar een briljant einde leidt.
Martijn Padding
Op een enkele uitzondering na zijn hedendaagse Nederlandse componisten uit de symfonische wereld en de top van de Nederlandse harmonieorkesten nog vreemden voor elkaar. Wat composities betreft raken deze muzikale tradities en genres elkaar eerder bij uitzondering dan in de regel. Om daar verandering in te brengen, verstrekt Harmonie St. Michaël van Thorn regelmatig compositieopdrachten aan Nederlandse componisten van naam uit de symfonische wereld, die niet eerder voor groot harmonieorkest schreven. In 2023 was dat Martijn Padding.
Padding
Padding’s oeuvre reikt van werken voor een solo-instrument en kamermuziek tot grootschalige composities voor symfonieorkest en muziektheater. Zijn componeerstijl kenmerkt zich door een fascinatie voor helderheid en tegenstellingen tussen het logische en het onlogische en sluit elke hiërarchische relatie binnen de muziek uit, bijvoorbeeld tussen modernistische en experimentele elementen, invloeden uit de populaire cultuur en in de geschiedenis gewortelde doctrines. Zijn composities worden door vele vooraanstaande ensembles, solisten en orkesten wereldwijd uitgevoerd. Hij won diverse nationale en internationale prijzen voor zijn werk, waaronder in 2016 de Johan Wagenaar prijs voor zijn gehele oeuvre.
It comes from afar
De vraag van Harmonie St Michaël van Thorn aan Martijn Padding was een werk te maken met een zekere monumentaliteit waarin alle orkestgroepen goed aan bod komen. De componist schrijft daarover: “Na een bezoek aan één de concerten van St. Michaël realiseerde ik mij de omvang van het orkest, een kolossaal apparaat dat zich opeens aan je openbaart. En daarbinnen ook (hoeveelheden van) instrumenten waarvoor ik als symfonisch componist nog niet eerder schreef. Een geweldige uitdaging.” Het beeld van dat grote orkest van blazers herinnerde de componist aan een verhaal dat zijn opa hem als kind vertelde over het passeren van de komeet van Halley in 1911 aan de aarde.
Komeet
De komeet kwam van ver uit de ruimte, miljoenen jaren oud en samengesteld uit steen, ijs en gasexplosies en verscheen opeens dreigend voor de aarde. De angst die dat teweegbracht in die tijd was enorm. Mensen vreesden voor het einde der tijden. “Het verhaal maakte een mysterieuze indruk op mij als zevenjarig kind, vooral het feit dat de komeet van zo ver kwam in ruimte en tijd. Desondanks ‘It comes from afar’ is niet bedoeld als programmamuziek die het verhaal van de kome et van Halley verklankt. Het is een abstract werk, maar ik realiseer me dat er toch wel iets van het dreigende en mysterieuze van dat verhaal uit mijn kindertijd is blijven hangen want het trage klimmen van de chromatische harmonie in canon geeft het stuk een duistere kleur die niet eerder in mijn stukken voorkwam”, aldus Padding.
Contrasten
De structuur van het werk is ééndelig met sterke contrasten en afwisselingen tussen tuttipassages en sterk uitgedunde momenten. Door het hele werk heen is een trage klimmende beweging hoorbaar, zowel in de harmonie als in de meer melodische passages. Razendsnelle schichten schieten naarmate het werk vordert steeds vaker en langer door de muziek heen en komen als het ware steeds dichterbij. Eerst alleen in de piano en het slagwerk, maar later ook samen met de houtblazers.
Richard Strauss
Richard Strauss staat bekend om zijn briljante orkestraties en zijn vermogen om verhalen en emoties tot leven te brengen in muziek. Hij schreef zowel indrukwekkende symfonische gedichten als expressieve opera’s, en wist daarin moeiteloos te schakelen tussen het groots dramatische en het intiem persoonlijke. Strauss was een muzikale verteller pur sang: van donderende helden. Zijn muziek is rijk aan kleur, detail en karakter. Hij combineerde technische virtuositeit met een speelse geest, soms ironisch, soms ontroerend, maar altijd herkenbaar als zijn eigen stem.
Gezinsleven
Voor Strauss stond het gezin centraal in zijn leven én in zijn kunst. Zijn vrouw Pauline, een gevierde sopraan met een temperamentvolle aard, was zijn muze en sparringpartner. Hun huwelijk hield meer dan vijftig jaar stand. De geboorte van hun zoon Franz in 1897 sterkte Strauss’ in zijn overtuiging dat huiselijkheid en gezin hem creatieve kracht gaven. Met zijn Symphonia Domestica (opus 53) gunt Richard Strauss ons een verrassende inkijk in zijn privéleven: een muzikale blik achter de voordeur. Het werk bestaat uit vier in elkaar overlopende delen (Introductie, Scherzo, Adagio en Finale), losjes gebaseerd op de structuur van een symfonie.
Sinfonia Domestica (finale)
Ode
Strauss schildert in dit werk met rijke orkestrale kleuren het dagelijkse leven van hemzelf, zijn vrouw Pauline en hun jonge zoon Franz. Vader, moeder en kind krijgen elk hun eigen muzikale thema, waarbij een zacht wiegende oboe d’amore het baby’tje Franz verbeeldt. Het is een muzikale vertelling van scènes uit het gezinsleven, van rustige momenten tot levendige discussies, van kinderlijke capriolen tot de serene rust van de avond: een symfonisch portret vol liefde, humor, tederheid en een vleugje ironie. Het is een ode aan het gewone leven dat, in de handen van Strauss, allesbehalve gewoon klinkt.
Hoogtepunt
Het laatste deel ‘Finale’ vormt het hoogtepunt van deze symfonische huisvertelling. Speciaal voor Harmonie St. Michaël van Thorn arrangeerde Erik Somers, hoornist en tweede dirigent van het orkest, dit slotdeel. Na een nachtelijke sereniteit barst de ochtend los met een energieke fuga, een contrapuntisch meesterwerk waarin Strauss de thema’s van vader, moeder en kind uit de eerste delen virtuoos door elkaar weeft. Het is alsof het hele gezin tegelijk aan het woord is, ieder met zijn eigen stem, maar toch in harmonie. De muziek groeit uit tot een jubelende climax waarin het gezinsleven wordt gevierd als iets groots en verhevens. De kinderthema’s keren terug in volle glorie, en Strauss sluit af met een monumentale coda die klinkt als een muzikale omhelzing: warm, krachtig en vol leven.
Kritiek
Symphonia domestica ging op 21 maart in 1904 onder leiding van Strauss zelf succesvol in première in Carnegie Hall in New York. Strauss kiest in de werk bewust voor het gezinsleven als inspiratiebron, wat destijds als ongebruikelijk en zelfs banaal werd beschouwd. Zijn keuze voor een intiem onderwerp botste met de heersende opvattingen over ‘serieuze’ muziek. Een aantal critici vond het onderwerp te triviaal, zeker in een tijd waarin componisten als Wagner en Mahler zich bezighielden met grootse, abstracte thema’s. Strauss toont echter aan dat het alledaagse – liefde, ruzie, ouderschap – muzikaal net zo rijk en betekenisvol kan zijn als mythologie of filosofie. Hij presenteert zich daarmee niet als verheven kunstenaar, maar als mens met liefde, zorgen en dagelijkse routines en doorbreekt het stereotype van de afstandelijke geniale componist.




